Buxus: Soortbeschrijvingen
Europa
Buxus sempervirens L.
Buxus sempervirens is een wintergroene, breed uitgroeiende struik of kleine boom met glanzende, donkergroene bladeren. De bladschijf is ovaal met scherpe tip en basis. De bladrand is gaaf. Mannelijke en vrouwelijke bloemen staan op dezelfde plant. De bloemen zijn geelgroen van kleur en verschijnen meestal in april. Soms staan deze in dichte clusters (= trossen). De stamper staat centraal en is omgeven door 4 meeldraden (zie foto). Er wordt vrij veel stuifmeel gevormd (gele wolken). De vruchten zijn voorzien van 3 hoorntjes en bevatten zes, glimmend zwarte zaden. Bij het openspringen van de vruchten kunnen de zaden wel tot 3 meter ver geslingerd worden. Buxus heeft een specifieke geur en niet iedereen houdt hiervan. Buxus sempervirens komt in de natuur voor in Europa, Noord Afrika en West-Azië op kalkrijke hellingen. Ook in België (Hastiére, Dourbes) groeit Buxus in het wild.
Van de ‘gewone’ Buxus zijn zeer vele cultivars bekend met afwijkende bladvormen, kleuren en groeivormen.
Buxus balearica Lam.
Deze soort komt voornamelijk voor in de bergachtige streken rond de Middellandse Zee. In de natuur kan hij uitgroeien tot een kleine boom maar in ons klimaat blijft hij eerder een kleine struik. De plant heeft grote, leerachtige, donkergroene bladeren. Jonge planten hebben behoefte aan winterbeschutting. Plantgoed van meer noordelijke selecties blijken echter veel sterker dan bijvoorbeeld Italiaanse selecties. De bloemen zijn geelgroen met een lange, centrale stamper en lange meeldraden en verschijnen in mei.
Buxus colchica Pojark.
Deze soort komt voor in het Kaukasus gebergte in Azerbeidzjan en Georgië, westelijk tot in de Balkan en Klein-Azië. Genetisch weinig verschillend van Buxus sempervirens maar morfologisch zijn de kleine, donkergroene bladeren soms wat ruitvormig. In hun oorspronggebied kunnen ze uitgroeien tot kleine bomen.
Buxus hyrcana
Deze soort uit de bergen rond de Kaspische Zee ,Turkije en Iran heeft eerder grote, donkergroene bladeren. Jonge planten zijn ietwat vorstgevoelig. Genetisch nauw verwant aan Buxus sempervirens. Deze soort kan dus ook gezien worden als de meest zuidelijke Buxus sempervirens.
Azië
In Azië komen zowel in het gematigd klimaat als in het tropische gedeelte heel wat soorten voor. Ook hier is het onduidelijkheid troef en zal verder onderzoek hopelijk meer relaas brengen.
Buxus bodinieri Léveillé
Door Léveillé in 1913 beschreven als compact groeiende (bolvormige) struik met lange, glanzende, lichtgroene bladeren met duidelijk zichtbare middennerf. Deze struik krijgt op latere leeftijd een mooie afbladderende schors op zijn stam. Door vele botanisten ook beschreven als Buxus harlandii wat aanleiding geeft tot heel wat (botanische) discussies. Afkomstig uit China. Jonge planten zijn vorstgevoelig maar oudere planten kunnen perfect in ons klimaat gedijen.
Buxus harlandii Hance
Deze soort met een enigszins opgaande, struikvormige, open groeiwijze heeft zachtgroene, glanzende bladeren. Afkomstig uit China. Jonge planten en jonge scheuten vorstgevoelig. Ook deze soort is een bron van botanische discussie.
Buxus henryi Mayr
Deze prachtige Buxus met groot, langwerpig, glanzend blad en een mooie, open habitus met afhangende twijgen is zeldzaam in onze tuinen. Bladeren kunnen tot 7 cm lang worden en zijn hiermee de grootste van de soorten uit het gematigd klimaat. Afkomstig uit China. Jonge planten moeten beschermd worden tegen winterschade.
Buxus microphylla Sieb. & Zucc.
In het verleden zijn heel wat botanische variëteiten hiervan beschreven (aan de hand van herbariumspecimen) maar de verwarring blijft groot. Met ons DNA-onderzoek is alvast een tipje van de sluier opgelicht en kunnen we, grosso modo, Buxus microphylla onderverdelen in verschillende cultivargroepen zoals we in ons boek Buxus al hadden gedaan.
Microphylla-groep:
Deze planten zijn laaggroeiend, bodembedekkend en breed met kleine spatelvormige, lichtgroene bladeren. Planten afkomstig uit Japan. ‘Rococo’,…
Sinica-groep:
De meeste planten uit deze groep zijn opgaande of breed uitgroeiende stevige struiken met grote, glanzende, groene tot zachtgroene bladeren. ‘National’, ‘Faulkner’,’Belvédère’, ‘Sunnyside’, …
Een uitzondering hierop zijn de dwergvormen die in een aparte subgroep thuishoren. ‘Morris Midget’, ‘Morris Dwarf’, ‘Green Pillow’,…
Koreana-groep:
Deze planten groeien eerder laag en bossig met kleine, groene tot grijsgroene bladeren. Koreaanse Buxus heeft soms een zeer uitgesproken winterkleur. Wordt door sommige auteurs ook wel Buxus sinica var. insularis genoemd. Afkomstig uit Korea. ‘Henry Hohman’, ‘John Baldwin’,…
Japonica-groep:
Deze Buxus hebben een spreidende groeiwijze en kunnen nogal ruig overkomen. Ze hebben kleine vrijwel ronde, bleekgroene bladeren. Genetisch vrij nauw verwant met de Microphylla groep. Afkomstig uit Japan. ‘Trompenburg’,…
Buxus wallichiana Baillon
Deze soort komt voor op vochtige heuvels in Afghanistan, Pakistan, India, Nepal en Bhutan op een hoogte van 1000 tot 3000 meter. In de natuur kan deze Buxus uitgroeien tot een kleine boom van 10 meter hoog. Het duurzame hout wordt veel gebruikt voor houtsnijwerk, muziekinstrumenten en allerlei kleine gebruiksvoorwerpen. In onze streken eerder traag groeiend en struikvormig en niet geheel vorstbestendig. Heeft zeer lange (tot 6 cm), donkergroene bladeren. Zeldzaam in cultuur.