Blog

Buxus Verspreiding

in Botanisch 16 oktober 2020

Het geslacht Buxus behoort tot de familie Buxaceae, samen met Sarcococca, Pachysandra en Notobuxus. Het zijn allemaal wintergroene struiken of kleine bomen. In totaal worden meer dan 100 soorten beschreven maar er is nog veel onduidelijkheid over de classificatie. De meeste soorten komen voor in tropische gebieden met een eerste concentratiegebied in het Caribisch – Latijns Amerikaans gebied  (Köhler-Brückner 1989). Met meer dan 40 soorten is Cuba de koploper. Buxus soorten zijn ook aanwezig in Jamaica (4-5 soorten), Puerto Rico (2 soorten), Martinique en de Bahamas(1 soort), Centraal Amerika en Mexico (4 soorten), Venezuela (1 soort), Panama, Columbia en Guyana (Gentry 1978, 1985).

Een tweede concentratiegebied in het aantal soorten is te vinden in Oost-Azië, waar ca. 40 soorten voorkomen in China, Korea, Japan, Maleisië, Filipijnen en Indonesië. Zes van de tropische Oost Aziatische soorten zijn afgesplitst als een aparte sectie Eugeniobuxus (Hatusima 1942).

In Afrika zijn een 7-8 soorten terug te vinden, opgesplitst in twee groepen. Ook het nauw verwante geslacht Notobuxus is aanwezig op dit continent met 4 soorten (Phillips 1943, Hutchinson 1967, e.a.)

In Europa komen 2 wilde soorten voor, Buxus sempervirens en Buxus balearica. Deze kunnen eventueel nog aangevuld worden met Buxus hyrcana en Buxus colchica. Maar deze twee laatste worden door heel wat specialisten tot Buxus sempervirens gerekend, wat ook bevestigd lijkt te worden door ons eigen DNA-onderzoek (Van Laere-Hermans 2011).

Besluit:

Het geslacht Buxus is één van de oudste plantensoorten op aarde en was reeds vertegenwoordigd in de prehistorie. Zijn huidig voorkomen in heel de wereld bevestigd de theorie van professor Köhler van de Humboldt Universiteit in Berlijn dat plantengeslachten mee verspreid zijn met het uiteenvallen van de continenten (The Genus Buxus: aspects of its differentiation in space and time (Köhler-Brücker 1889)).
De enorme diversiteit van vooral tropische soorten is wonderbaarlijk. In onze soortbeschrijvingen beperken we ons voorlopig tot deze soorten die in ons klimaat als tuinplant kunnen gedijen.